Elektrische aansluitingen en verdelingen
PVoor de elektrische voeding is het gebouw aangesloten op het openbaar net (11 kV). De hoogspanningscabine omvat 12 transformatoren met een totaal vermogen van 13.000 kVA. De vroegere inplanting van de hoogspanningscabine op de tweede kelderverdieping in het centrum van het gebouw, werd behouden.
Boven de hoogspanningscabine (op de
eerste kelderverdieping) is het lokaal
voor de algemene laagspanningsborden
(3 x 400V + N) ingeplant. Vanuit deze
borden vertrekken alle voedingsleidingen
naar de verdeelborden (= de algemene
elektrische verdeling) en naar de andere
elektrische gebruikers.
Alle aansluitingen geschieden volgens
het verdeelsysteem van het type TN-S (4
draden).Teneinde de karakteristieken van de voedingsleidingen
te optimaliseren en voornamelijk
om de kortsluitingsstroom te
beheersen, werden de installaties onderverdeeld
in meerdere onafhankelijke eenheden:
-
de voeding van de installaties van de HVAC: twee eenheden van elk 2 x 1.250 kVA.
-
de installaties die de hefwerktuigen bedienen (personenliften, goederenliften, roltrappen) en de keukens een eenheid van 2 x 1000 kVA.
-
de installaties voor algemene stroomverdeling (verlichting + kleine drijfkracht): twee eenheden van elk 2 x 1000 kVA.
-
de vitale installaties en uitrustingen: een eenheid van 2x1000 kVA.,
waaronder :
- de brandweerliften
- het automatisch terugkeren van de liften naar de evacuatieniveaus
- de noodverlichting
- de hydrofoorgroepen
- de ontrokingsinstallaties
Deze laatste eenheid verzekert eveneens de continuïteit van de stroomverdeling via twee noodstroomgeneratotren bij een stroompanne van het openbaar net.
Noodstroomgeneratoren
De twee noodstroomgeneratoren zijn
ingeplant direct onder de hoogspanningscabine.
Zij kunnen, een tiental seconden
na het uitvallen van het openbaar net,
een elektrisch vermogen leveren van
2 x 1.250 kVA.
De generatoren kunnen onderling in parallel werken en laten eveneens een parallelwerking toe met het openbaar net, zodanig dat bij het herstellen van de stroomlevering (via het openbaar net) de situatie zich normaliseert zonder nieuwe stroomonderbreking.
De alternatoren worden aangedreven door dieselmotoren die gevoed worden door twee tanks, elk met een inhoud van 10.000 liter. Deze tanks zijn geplaatst in de onmiddellijke omgeving van de loskades.
Cogeneratie
Cogeneratie Naast de noodstroomgeneratoren is het gebouw eveneens uitgerust met een cogeneratiecentrale werkend op gas en opgesteld op de bovenste (technische) verdieping van het gebouw.
De centrale omvat twee verbrandingsmotoren, die elk een alternator van 1.250 kVA aandrijven. De centrale produceert gelijktijdig elektriciteit en warmte.
De door de cogeneratie opgewekte elektriciteit wordt gebruikt voor de elektriciteitsbehoeften van het gebouw (in paralel met het openbaar net). De teruggewonnen warmte wordt gestuurd naar de collector van de warmwaterproductie. Deze thermische energie laat in voorkomend geval toe de absorptiekoelmachines aan te drijven, die op hun beurt, koelwater produceren ten behoeve van de installaties voor de klimaatregeling. Het voordeel van deze cogeneratie-installatie ligt in het feit dat de gecombineerde productie van elektriciteit en warmte minder brandstof verbruikt dan de productie van deze warmte en elektriciteit door twee afzonderlijke eenheden.
Verlichting van de kantoren
De verlichtingsinstallaties worden gekenmerkt door oplossingen die zowel het comfort als de energiebesparing beogen, door gebruik te maken van de meest vooruitstrevende technische oplossingen en uitrustingen.
Het niveau van de lichtsterkte is aangepast aan 300 tot 500 lux dankzij een sterkteregelaar.
De verlichting wordt automatisch beheerd door middel van lichtsondes en bewegingssensoren. Het kunstmatige licht wordt aangepast aan de intensiteit van het daglicht. In geval een kantoor onbezet is, wordt het licht automatisch uitgeschakeld.
Bij het verplaatsen van de wanden, laat het systeem toe om de aanpassingen van de lichtkringen uit te voeren door een eenvoudige wijziging in de software.